De H-tag (HTML) wordt gebruikt om koppen en subkoppen op een webpagina aan te geven. De belangrijkste kop wordt aangeduid met een H1, gevolgd door een H2 voor minder belangrijke subkoppen, enzovoort in een hiërarchische volgorde.
Het Nederlandse woord voor “header” is “hoofding”, dat staat voor informatie over een bestand of een deel van een document. Het kan bijvoorbeeld het formaat van het bestand aangeven (zoals ASCII), coderingsmethoden en compressiekwaliteit – allemaal belangrijke aspecten bij het verzenden van bestanden via netwerken zoals e-mail. Websites gebruiken kopregels om onderscheid te maken tussen tekstdelen; bijvoorbeeld <H1>Dit is een titel </H1>, waarbij H1 staat voor de hoofdtitel in een artikel, terwijl deze wordt aangeduid met H2.